Art. 287, 3
De controle geschiedt aan de hand van stukken, en, zo nodig, ter plaatse bij de overige instellingen van de Gemeenschap, in de gebouwen van alle instanties die ontvangsten of uitgaven namens de Gemeenschap beheren, en in de lidstaten, inclusief in de gebouwen van alle natuurlijke of rechtspersonen die betalingen uit de begroting ontvangen. De controle in de lidstaten geschiedt in samenwerking met de nationale controle-instanties of, indien deze laatste niet over de nodige bevoegdheden beschikken, in samenwerking met de bevoegde nationale diensten. De [Europese] Rekenkamer en de nationale controle-instanties van de lidstaten werken samen in onderling vertrouwen en met behoud van hun onafhankelijkheid. Deze instanties en diensten delen aan de [Europese] Rekenkamer mee of zij voornemens zijn aan de controle deel te nemen.
De overige instellingen van de Gemeenschap, de instanties die ontvangsten of uitgaven namens de Gemeenschap beheren, de natuurlijke of rechtspersonen die betalingen uit de begroting ontvangen en de nationale controle-instanties of, indien deze niet over de nodige bevoegdheden beschikken, de bevoegde nationale diensten, zenden de [Europese] Rekenkamer op verzoek alle bescheiden en inlichtingen toe die nodig zijn voor de vervulling van haar taak. […]