Zoeken

Sinds het boekjaar 2020 moet het Rekenhof de geconsolideerde rekening van de federale Staat certificeren. In het deel IV van zijn 181e Boek onderzoekt het de jaarrekening 2023. Die jaarrekening consolideert, naast de jaarrekening van de diensten van het algemeen bestuur, ook deze van 81 andere diensten en instellingen. Het Rekenhof kon niet de nodige controle-informatie verkrijgen waarop het zijn oordeel over die jaarrekening kan baseren. De jaarrekening bevat net zoals vorig jaar te veel significante onzekerheden en tekortkomingen. Het Rekenhof brengt dus, net zoals voor de jaarrekening 2020, 2021 en 2022, in zijn certificeringsverslag geen oordeel uit over de jaarrekening 2023.

In het eerste deel van zijn 181e Boek onderzoekt het Rekenhof de rekeningen 2023 van het algemeen bestuur, de administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie (ADBA’s), de administratieve openbare instellingen (AOI’s) en de instellingen die zijn gelijkgesteld met de AOI's. Het wijst op de inspanningen van de Federale Accountant en de vooruitgang die is gemaakt bij de boeking van de fiscale opbrengsten (het principe van het vastgesteld recht wordt nageleefd in 99 % van de gevallen). Er blijven echter nog steeds tekortkomingen, onder meer de boeking van de vaste activa en van de waardeverminderingen, die een significante impact hebben op de rekeningen en dus op het getrouw beeld van de financiële toestand en het vermogen van het algemeen bestuur. Het Rekenhof besteedt in dit deel van het Boek ook aandacht aan de rekening van uitvoering van de begroting en aan de rekeningen van de AOI's en de ADBA's.